De hoofdstad is de gelijknamige stad Kunduz. Met ongeveer 250.000 inwoners (2006) is dit de vijfde stad van het land.
De provincie heeft een oppervlakte van 8.040 km2. Dat is ongeveer even groot als de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant bij elkaar
Evenals veel andere plaatsen en namen in Afghanistan zijn er veel wijzen om de naam te spellen in omloop, zoals Kundûz, Qonduz, Qondûz, Konduz, Kondûz, Kondoz, Kondus Qhunduz. (کندوز; Kundoez).
De gouverneur van de provincie is Mohammed Anwar Jegdalek. Sinds 3 april is de provinciale politiecommandant Samiullah Qatra.
Kunduz grenst in het noorden aan Tadzjikistan en wordt in Afghanistan omringd door de provincies Takhar, Baghlan, Samangan en Balkh.
De provincie telt zeven districten. Dit zijn Khan Abad, Ali Abad, Char Dara, Dashti Archi, Qala -e-Zal, Imam Sahib en Kunduz. Deze namen komen in tal van spellingvarianten voor.
De bevolking van de provincie bestaat onder meer uit Pashtun (34%), Oezbeken (27%), Tadzjieken (20%), Turkmenen (9.4%), Arabieren (4,6%) en Hazara (3,5%).
De provincie is een belangrijk landbouwgebied en de stad Kunduz is een belangrijk verkeersknooppunt.
Kunduz behoort tot het Regionaal Commando Noord van de NAVO-ISAF-veiligheidsmacht. De veiligheidsituatie in de regio is de afgelopen jaren in snel tempo verslechterd.
Middelen van bestaan
Kunduz is een belangrijke provincie voor de landbouw. Er worden onder meer wol, rijst, maïs, tarwe en meloenen verbouwd. (one of the most important agricultural areas, producing wheat, rice, millet, and other crops).
In de stad wordt onder andere zijde en textiel gemaakt.
Verkeer en transport
De hoofdstad is door een snelweg verbonden met het westelijker gelegen Mazari Sharif en de ten zuiden gelegen hoofdstad van Afghanistan Kabul.
(Foto: US Army) |
De brug is van belang voor de handel en voor de bevoorrading van buitenlandse troepen in de regio. Daarnaast is de brug uitgegroeid tot een belangrijke schakel in de smokkel van drugs naar Tadzjikistan en verder naar Rusland.
Kunduz-Stad
Kunduz stond in de oudheid bekend onder de naam Drapsaka en werd bezocht door de veroveraar Alexander de Grote uit Macedonië.
De provinciehoofdstad is strategisch van belang omdat het de enige verbinding is naar de noordoostelijke provincies Takhar en Badakhshan.
Kunduz was een belangrijk steunpunt voor de Taliban tijdens hun bewind.
Kunduz was de laatste grote stad in het noorden van Afghanistan die in handen van de Noordelijke Alliantie viel in de strijd tegen de Taliban. Dit gebeurde op 26 november 2001. De Alliantie werd daarbij gesteund door de coalitie van de Verenigde Staten.
Volgens ooggetuigen werden voor de val van Kunduz ongeveer 5.000 Taliban en Al-Qaida troepen geëvacueerd door vliegtuigen uit Pakistan.
Pakistan was met Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten een van de drie landen die het bewind van de Taliban had erkend en steunde de radicaalislamitische beweging ook actief.
Bevolking
De stad wordt bewoond door mensen van verschillende etnische afkomst, zoals Tadzjieken, Aimaq, Oezbeken, Hazara en Pathanen.
NAVO-ISAF en Kunduz
De provincie Kunduz behoort tot het Regionaal Commando Noord (RCN) van de International Security Assistance Force (ISAF) in Afghanistan, die wordt geleid door de NAVO. Duitsland voert het bevel over deze regio.
In de provincie is een Provinciaal Reconstrutie Team (PRT) van de NAVO-ISAF gevestigd dat wordt geleid door Duitsland. België ondersteunt Duitsland daarbij. In de provincie zijn tevens Amerikaanse troepen actief.
Nederland stuurt in de loop van 2011 een politietrainingsmissie naar Kunduz om Afghaanse agenten te trainen. Hierbij horen ook 4 F-16-gevechtsvliegtuigen die worden gestationeerd op het vliegveld van Mazar-i Sharif, de hoofdstad van de westelijke buurprovincie Balkh.
De missie start officieel medio juni, maar er zijn al enkele maanden Nederlandse kwartiermakers aan de slag om alles voor te bereiden. Nederland werkt daarbij nauw samen met Duitsland.
De Afghaanse regering streeft naar een politieapparaat in de provincie dat moet bestaan uit 1.600 agenten.
Veiligheidssituatie
In de eerste jaren van de oorlog in Afghanistan werd Kunduz door verslaggevers aangeduid als “relatief rustig” of zelfs “vreedzaam”. Jaar in jaar uit werd wel melding gemaak van een verslechtering van de veiligheidsituatie.
De krijgsheer en leider van de Hezb-i Islami,Gulbuddin Hekmatyar, is in Imam Sahib in Kunduz geboren. Hij is hij met zijn groepering ook in opstand tegen de aanwezigheid van buitenlandse troepen in Afghanistan en de regering van het land.
In de provincie zijn onder meer opstandelingen van de Taliban en de Islamic Movement Uzbekistan actief. Verder mogelijk Al Qaida.
Ook vanuit buurland Tadzjikistan opereren militanten.
Sinds 2009 is de veiligheidssituatie in Kunduz in snel tempo verslechterd, met een toename van aanvallen met bermbommen, hinderlagen en zelfmoordaanslagen, gericht tegen Afghaanse overheidsfunctionarissen en de buitenlandse troepenmacht.
Zie verder:
Aanslagen in Kunduz
In september 2009 vonden ruim 100 burgers de dood in het district Chahar Dara toen de NAVO een luchtaanval uitvoerde op twee tankwagens die door de Taliban waren gekaapt en vast waren komen te zitten in de bedding van de rivier de Kunduz.
De Taliban hadden de plaatselijke bevolking toestemming gegeven om diesel uit de tankers af te tappen. Toen 200 tot 500 burgers daarmee bezig waren, vond een luchtaanval plaats van de NAVO.
In oktober 2010 werd Mohammad Omar, de gouverneur van Kunduz, gedood bij een zelfmoordaanslag in een moskee in Taloqan, de hoofdstad van de aangrenzende provincie Takhar. Hij werd opgevolgd door Mohammed Anwar Jegdalek.
Een zelfmoordaanslag maakte in februari 2011 een eind aan het leven van de districtsgouverneur van Chahar Dara.
Bij een zelfmoordaanval op een overheidsgebouw in Imam Saheb, de hoofdstad van het gelijknamige district, vonden ruim 30 burgers de dood en vielen 40 gewonden.
Op 10 maart kwam de politiecommandant van de provincie om bij een zelfmoordaanslag in Kunduz-Stad.
Afghaanse veiligheidsdiensten en buitenlandse troepen worden in de provincie veelvuldig aangevallen in hinderlagen en door bermbommen.
Van de noordelijke provincies is Kunduz de meest dodelijke voor de buitenlandse troepenmacht. Er zijn 37 buitenlandse soldaten in Kunduz omgekomen, waaronder sinds 2007 zeker 14 militairen uit Duitsland.